Margreet blogde er al over: Het proefschrift van Els Kuiper met de titel "Teaching Web Literacy in Primary Education" (bovenbouw basisonderwijs). Sinds vorige week vrijdag ben ik de trotse bezitter van een gedrukt exemplaar dat mij is toegestuurd door de vriendelijke voorlichters van de VU. De samenvatting staat inmiddels op internet.
En ik kan je vertellen: het proefschrift leest als een spannend boek! Wat een cadeautje om al het (literatuur)onderzoek dat Kuiper deed zo op een presenteerblaadje aangereikt te krijgen.
Het wordt me al snel duidelijk dat het best logisch is dat kinderen zich niet bekommeren om de betrouwbaarheid van sites die ze op internet vinden. Ik noem drie redenen:
- Kuiper heeft het over de beschikbaarheidsparadox van het internet. De omvang en actualiteit nodigt leerlingen uit te denken dat elk antwoord met weinig moeite kant-en-klaar te vinden is. "The hypertext structure gives users the impression that they can do anything", schrijft Kuiper
- Maar het is niet alleen de continue beschikbaarheid en schijnbare oneindigheid van internet die maakt dat kinderen denken dat ze het antwoord wel zullen vinden. In het onderwijs krijgen ze met de paplepel ingegoten dat er (vaak) maar één goed antwoord is. En géén antwoord bestaat niet. Laat dit nou juist een belemmering zijn voor een kritisch gebruik van internet.
(Nadenkertje: Leerlingen die via internet géén antwoord op de vraag vinden, blijken gewoon de vraag aan te passen ...... ) - En dan is er nog de kloof tussen school en thuis. Kinderen uit groep 7 beschouwen zichzelf als ervaren internetgebruikers. Maar als ze dan op school in aanraking komen met internet moeten ze ineens eerst nadenken over wat ze willen weten en tijdens het zoeken voortdurend reflecteren op het eigen zoekproces. Dat maakt het een stuk minder aantrekkelijk. Leerkrachten hebben vervolgens moeite met de oppervlakkige, passieve en gemakzuchtige houding van leerlingen
Volgens Kuiper doen docenten er beter aan om de vaardigheden van leerlingen serieus te nemen en aan te sluiten bij hoe zij met internet omgaan. Dat vraagt natuurlijk wel wat van die docenten.
Al lezende krijg ik een toekomstvisioen. Het is 2020.
Het vak 'informatievaardigheden' is overbodig geworden. Leren omgaan met internet is in alle vakken op (de lagere) school geïntegreerd. Dat gaat eigenlijk vanzelf, want kinderen hebben geleerd kritisch na te denken. Of beter gezegd: het is kinderen niet afgeleerd om voor zichzelf te denken door ouders en leerkrachten die verkondigen dat er maar één waarheid bestaat. We leren luisteren naar kinderen, filosoferen met hen, zien hen als gesprekspartner en zij zien ons als gesprekspartner. En zo zorgen wij voor een stevige basis voor hun reflectieve vaardigheden.
Als persoonlijke noot kan ik je vertellen dat ik enorm veel leer van het luisteren naar mijn kinderen.
Ik heb een setje filosofische kaarten - billetjes bloot spel - gekocht en mijn zoons vreten ze op. Op elk kaartje staat een tekst en daar gaan we dan met elkaar over praten. Mijn zoon Pim trok laatst het kaartje met de tekst:
"een zwart jongetje wordt geplaagd door een wit jongetje enkel en alleen omdat hij zwart is. Wat doe je?"
Pim antwoordt: "Ik zou naar het zwarte jongetje toegaan en tegen hem zeggen dat hij: "Hou op, Stop" moet zeggen tegen het witte jongetje". Waar ik geneigd zou zijn op het witte jongetje af te stappen, wil mijn zoon dáár ingrijpen waar het effect heeft. Niet door het witte jongetje te straffen, maar door het zwarte jongetje kracht te geven.
Het is niet de eerste eye-opener die mijn zoons me geven ..
Volwassenen neigen ernaar de wereld (en ook internet) te filteren voor hun kroost. Maar bescherming kent zijn keerzijden:
"How can students learn to make good choices, social and intellectual, if choices are made for them by filtering out things they can and cannot see?"
Don't fence me in!
M.
Illustratie via
6 comments:
Seau! Die laat ik nog even bezinken Marina.
Lekkah.
Maar waar ik nu nog maar net begonnen ben in everything is Miscellaneous van Weinberger, zie ik nu al veel aanknopingspunten met jouw verhaal.
Hij stelt dat de structuur van het web, van digitale info, alles gaat veranderen. Niet alleen in infoconsumptie, maar ook in onderwijs etc. Later meer!
't stof weer ff uit de hersenpan, he :-)
ben érg benieuwd naar Weinberger!
@Marina,
Goede impressie van het werk van Els!
Wat ik zelf ook heel belangrijk vindt om informatievaardigheden tussen de oren te krijgen: laat leerlingen zelf kiezen van welk medium ze gebruik maken om te laten zien wat ze hebben geleerd. Een papieren verslag, een poster, een website, wiki, weblog, een spel, een film enz. Op die manier leren de leerlingen niet alleen hoe die media benut worden, maar ook welk medium het beste gebruikt kan worden voor welk doel. En ik denk dat wij dan inderdaad 'en passant' een graantje van meepikken!
@margreet
een hele goede opdracht die je daar bedacht hebt!
Het boek van Weinberg is inderdaad de moeite waard. Ik hoop er deze week nog over te kunnen bloggen. Aanrader.
Benieuwd naar de posts van jou en Edwin!
Post a Comment